De eikenprocessierups heeft zich landelijk gevestigd en op tal van plaatsen zorgen de brandharen van de rupsen voor grote overlast voor mens en dier. Het efficiënt bestrijden van de eikenprocessierupsen bestaat uit diverse maatregelen die positief op elkaar inwerken. Naast het preventief bespuiten van de rupsen, het verwijderen van de nesten en het vangen van de mannelijke vlinders met feromoonvallen, vormt het stimuleren van de aanwezigheid van natuurlijke vijanden zoals vogels en insecten een onontbeerlijke schakel in de beheersing van deze lastige rupsen.

Er zijn veel insecten die de eikenprocessierupsen bestrijden, waaronder sluipvliegen, sluipwespen, kevers en gaasvliegen. Een groot deel van deze insecten zijn afhankelijk van nectar en pollen tijdens hun leven als volwassen insecten. Een voorbeeld is de gaasvlieg. De larven eten vlindereitjes, jonge rupsen en tal van andere insecten. De gaasvlieg overwintert als volwassen insect. In het voorjaar komt de gaasvlieg uit zijn overwinteringsplek en gaat op zoek naar voedsel. Daarna paren ze en de eitjes worden afgezet op plekken waar voldoende prooien voor hun nakomelingen zijn. Daarnaast zijn ook vroegere sluipwespen actief die eveneens afhankelijk zijn van pollen en nectar.

De kunst is om ze vroeg naar de gewenste locaties te lokken door middel van het planten van bloembollen. De gele kleur trekt heel veel insecten aan, daarom is het belangrijk om narcissen te planten. Blauwe druifjes zijn rijk aan nectar en worden veelvuldig bezocht door insecten. Hiermee creëren we een brug naar de kruidenrijke vegetatie die ingezaaid wordt, waardoor de natuurlijke vijanden maximaal worden gestimuleerd. Bovendien is ook goed voor de bijen en andere bestuivende insecten.

Vraag voor verdere informatie naar de JUB specialisten.