stillife | keukenhof 2025

Dit jaar heeft ontwerper Carien van Boxtel zich voor het ontwerp van onze JUB stand bij Keukenhof laten inspireren door bloemstillevens en de stillevenkunstenaar Willem van Aelst en kwam zij tot het thema: 'A mysterious Dutch Stillife' - een mengsel als een dramatisch 17e eeuws stilleven.
JUB Holland

Willem van Aelst: stillevenkunstenaar

Willem van Aelst werd in 1627 in Delft geboren als de zoon van de notaris Jan van Aelst en Catharina de Veer. Hij leerde het schildersvak bij zijn oom, de stillevenschilder Evert van Aelst in Delft. Na omzwervingen door Frankrijk en Italie, waar hij hofschilder was voor de Medici’s, vestigt hij zich in 1657 op de Bloemgracht in Amsterdam waar hij met zijn dienstmeisje trouwt, omdat hij werd afgewezen door de schilderes waar hij verliefd op was. Van Aelst overleed in Amsterdam in 1683.
Van Aelst was de leermeester van onder meer Rachel Ruys die op 15 jarige leeftijd bij hem in de leer ging maar ook van Jan van Huysem die beiden nadien furore maakten. Werken van zijn hand hangen onder meer in het Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen, het Mauritshuis te Den Haag, in de National Gallery of Art te Washington D.C. en in het Rijksmuseum te Amsterdam. Zijn composities waren bijzonder. Hij introduceerde als eerste de asymmetrie in stillevens met boeketten die tot dan toe nogal ‘stijf’ en formeel waren. 

Afbeelding: Stilleven met bloemen, 1665, Musée Thomas Henri, Cherbourg-en-Cotentin

 

Bloemstillevens

In het Nederland van de welvarende 17e eeuw werd voornamelijk de tulp geschilderd, die vanwege haar schaarste en schoonheid tot statussymbool werd verheven en daardoor zo goed als onbetaalbaar werd. Er was een periode waarin de geschilderde tulp goedkoper was dan de fysieke tulp. Daarnaast bloeide de tulp op het doek het hele jaar door, wat zorgde voor een toename in vraag naar tulpstillevens. Hoe groter het geschilderde boeket, hoe meer rijkdom. Maar ook: hoe duurder het was voor de schilder om te maken, aangezien hij eerst de tulpen moest kopen om ze in het atelier na te kunnen schilderen. Een praktische oplossing was het naschilderen van tulpen uit catalogi van tulpenkwekers. Vanwege de korte bloeiperiode had de tulpenkweker belang bij het laten naschilderen van zijn tulpen, om zo het hele jaar door zijn assortiment te kunnen laten zien. In de vorm van gedetailleerde prenten kon de kweker een catalogus samenstellen. Voor kunstschilders betekende dit een manier om het hele jaar door tulpen na te kunnen schilderen; geen vermogen aan bloemen uit te hoeven geven en het gaf hem de gelegenheid om tulpen uit verschillende bloeiperiodes met elkaar te kunnen combineren. Dat laatste zorgde onbedoeld voor poëtische tijdsportretten van bloemen die nooit met elkaar in een boeket hebben kunnen staan.
De boeketten van van Aelst en later ook Ruys lieten naast tulpen ook andere planten zien vol visuele verleiding: ware spektakelstukken met insecten, horloges, clair obscur effecten en prachtige vazen. Ook verwelkte bloemen passen bij dit beeld: ze symboliseren de vergankelijkheid en tijdelijkheid. De stillevenschilders waren meesters van de compositie maar bovenal van de  ‘Clair-Obscur’: het theatraal uitlichten van objecten.
Geïnspireerd door het stilleven met bloemen uit 1665 is gekozen voor een zeer divers mengsel van tulpen en verwilderingsbollen. De tulpen zorgen voor de rood en roze schakeringen en de verwilderingsbollen zorgen viir de verdere visuele verleidingen die ook in de boeketten van van Aelst zichtbaar waren.
www.jubholland.nl gebruikt cookies om de website te verbeteren en te analyseren, voor social media en om ervoor te zorgen dat je relevante advertenties te zien krijgt. Als je meer wilt weten over deze cookies, klik dan hier voor ons cookie beleid. Bij akkoord geef je www.jubholland.nl toestemming voor het gebruik van cookies op onze website.
 Cookies NIET accepteren